Varen op de Zeeuwse wateren

Varen op de Zeeuwse Stromen

Een paar weken geleden was ik vanuit de admiraliteit weer betrokken bij het overleg over varen op de Westerschelde met Scoutingboten (lees: kleine open boten).

Dit is een overleg met  de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit, verkeerscentrales en de Belgische zeescouts.
Hieraan had ik jaren geleden al deelgenomen. Ik dacht dat het was gestopt, maar het bleek nog steeds te lopen. Het overleg richt zich voornamelijk op de Belgische Scoutinggroepen. Die steken met allerlei soorten open boten vanaf Antwerpen tot Zeebrugge de Westerschelde over. Vooral om in Nederland hun zomerkamp te houden. Ook een enkele Zeeuwse groep schijnt wel eens de Westerschelde te bevaren, maar niet in de termen van oversteken.

Veiligheid

Uit het overleg is een document opgesteld voor het bevaren van de Westerschelde met kleine open boten. In dit document zijn aanvullende regels m.b.t. veiligheid opgenomen boven op de bestaande wettelijke vaarregels op de Westerschelde.
Onlangs hebben we allemaal kennis kunnen nemen van het feit dat niet alleen de Westerschelde een gevaarlijk vaarwater is, maar eigenlijk alle grote Zeeuwse stromen. In de kranten, op Omroep Zeeland en in social media is breed verslag gedaan van een Belgische groep die overvallen werd door slecht weer op de Oosterschelde. Ze zijn gered en op verschillende plaatsen aan wal gebracht. Gelukkig liep het allemaal goed af voor de deelnemers. En ja, ik hoor het je al zeggen: “dat waren Belgen”.

Goed voorbereid

Met het oog op de komende zomerkampen is het ook voor de Zeeuwse groepen weer eens goed om zich af te vragen of ze goed voorbereid op kamp gaan. Het zou niet de eerste keer zijn dat een sleep richting de Grevelingen of de Biesbosch overvallen wordt door slecht weer. Dat komt soms sneller dan voorspeld of de tocht duurt toch langer dan gepland. Je zult ook niet de eerste sleep zijn die met motorstoring te maken krijgt. Zorg dat je meerdere (buitenboord)motoren in de sleep hebt, voor het geval je motorstoring krijgt. Een anker heeft natuurlijk alleen maar nut als het niet alleen de motorboot maar ook de vletten die er achter hangen kan houden. Ook al ga je op sleep, zorg dat iedereen die meegaat in de sleep goed is geïnformeerd wat er gaat gebeuren en dat tekens e.d. tijdens de sleep en in sluizen duidelijk zijn.

Groot water

De meeste zeeverkenners zijn niet gewend op groot water te varen, behalve op kamp. Met groot water bedoel ik dan de Grevelingen en het Veerse Meer. Wind en opkomend slecht weer geven heel andere en vaak meer golfslag dan de meeste zeeverkenners gewend zijn op hun thuiswater. Het duurt aanzienlijk langer voordat je in geval van nood een veilige steiger op aanlegplaats bereikt. Geef aan het begin van ieder kamp duidelijk instructie over de risico’s op het desbetreffende vaarwater.

Noodtelefoon aan boord

Tenslotte ben ik twee jaar geleden door Rijkswaterstaat benaderd, omdat er ongelukken waren gebeurd met zeeverkenners.  Deze zeeverkenners hadden geen telefoon aan boord en/of wisten het telefoonnummer van de leiding niet. Dit bleken echter zeeverkenners van buiten onze provincie te zijn. De les hieruit is dat er per boot ten minste een noodtelefoon aan boord is. Dat de leden telefoonnummers van leiding bij zich hebben zodat leiding in geval van nood bereikbaar is.
Tenslotte: houd als leiding tijdens het slepen en op kamp het weer regelmatig in de gaten. Neem vroegtijdig maatregelen om ongelukken te voorkomen.
Een prettig en veilig kamp gewenst.

André Franssen
Voorzitter admiraliteit Zeeuwse Stromen